We zagen dat vulkanen voornamelijk ontstaan vanuit de beweging van de aardplaten. In de magmakamers onder vulkanen hoopt zich steeds meer magma op.
Samen met vulkanische gassen worden geweldige spanningen opgebouwd. Zeker als de krater (het einde van de kraterpijp) is afgesloten door gestolde magma van eerdere uitbarstingen (dus met vulkanisch gesteente). Dit kan leiden tot het uitzetten van de vulkaan en het kan aardschokken veroorzaken. Loopt de druk te hoog op, dan wordt het magma door de lange kraterpijp omhoog geperst. Zodra de magma aan het aardoppervlakte komt, ontsnappen er allerlei gassen uit de magma en wordt het lava genoemd. Op dit moment heeft de lava een temperatuur van tussen de 650 °C en 1200 °C. Zo'n uitbarsting (eruptie) gaat veelal gepaard met explosies, waarbij puin en as wordt weggeslingerd of de lucht wordt ingeblazen. De lava vindt zijn weg via lavastromen en stolt uiteindelijk tot vulkanisch gesteente. De omvang van de explosie bepaalt de hoogte van de vulkaanpluim. Deze eruptiekolom kan enkele kilometers hoog zijn, in extreme gevallen zelfs 20 tot 40 kilometer. Het neerkomende puin en vulkaanas kan in korte tijd dikke lagen vormen. Deze lagen zijn niet erg stabiel, zodat na een eruptie vaak landverschuivingen of modderstromen (lahars) voorkomen.
Het woord vulkaan komt van Vulcano, een Italiaans eilandje ten noorden van Sicilië. Dit eilandje is sinds mensenheugenis vulkanisch actief en de oude Romeinen noemden hun god van het vuur Vulcanus naar dit eiland. Vulkanen zelf hebben al gauw een hoogte van 2.000 tot 3.000 meter. Ze komen vooral voor in de Ring van Vuur rondom de Grote Oceaan. Er komen overigens ook "losse" vulkanen voor buiten de genoemde vulkaanzones. Het zijn de gloeipunten in de oceanen (zogenaamde hotspots). Deze ontstaan binnen de aardplaten, waarschijnlijk vanwege zwakke plekken in de plaat. Enkele hotspots ten oosten van Australië staan in figuur "Hotspots". Soms komen er ook hotspots voor op het vaste land (enkele in Afrika).
Vroeger sprak men van vuurspuwende bergen. Men had heilig ontzag hiervoor. Op bijvoorbeeld Bali noemde men de vulkanen de tronen van de goden. Men brengt tot aan vandaag nog steeds offers boven op de vulkaan.
Ondanks de grote risico's wonen veel mensen dicht bij de vulkanen. De lava vormt namelijk zeer vruchtbare grond. Tegenwoordig waarschuwen seismologische centra vroegtijdig voor naderende uitbarstingen. De grootte van de verwachte uitbarsting wordt weergegeven met de VEI-index (Vulkanische Explosiviteits Index). De VEI-schaal loopt van 0 - 8, zie figuur "Vulcanic Explosivity Index".
Er zijn in het verleden vele rampzalige vulkaanuitbarstingen geweest. De meest spectaculaire was de uitbarsting van de Samalas op het eiland Lombok in Indonesië in 1257. Deze uitbarsting met een VEI-index van 7 heeft het wereldklimaat een aantal jaren beïnvloed, met misoogsten, overstromingen, hongersnood en epidemieën tot gevolg. Nu nog vindt men op het eiland Lombok een caldera van 6 x 8 km en 800 m diep. Het geheel behoort tot het vulkanische complex van Mt Rinjani. De vulkaan Rinjani is 3.726 m hoog, de laatste uitbarsting was in 1995.
Een latere zeer zware uitbarsting was die van de vulkaan Tambora op het eiland Soembawa in Indonesië in 1815. Ook VEI-index 7. De vulkaanuitbarsting beïnvloedde het klimaat wereldwijd: niet alleen in Indonesië maar ook in India en China, Europa, Groenland en de Verenigde Staten. De natuurramp leidde overal ter wereld tot twee jaren onafgebroken winter, misoogsten, geheimzinnige epidemieën, klimaatvluchtelingen en onrust.
Dit zijn twee van de zwaardere uitbarstingen. Je zult als websitebezoeker ook wel weten van vulkaanuitbarstingen in het verleden als die van de Vesuvius, de Krakatau, de Agung, de Merapi, de Stromboli, de Etna en die van St. Helens.
Meer recente uitbarstingen zijn die van de vulkaan Calbuco in Chili in 2015 (evacuatie van 6.000 mensen in een straal van 20 km rond de vulkaan; gebied bedolven onder 200 miljoen ton vulkaanas) en van de vulkaan Agung op Bali in Indonesië in 2017 (uitstoting van vulkaanas en zwavel; eruptiekolom van 6 km; veel hinder voor vliegtuigen, vluchtannuleringen; tot een echte grote uitbarsting is het nog niet gekomen).
Meerdere vulkanen (zoals de Stromboli en de Etna) hebben tot op vandaag kleinere erupties.
Bij de grotere vulkaanuitbarstingen ontstaan enorme kraters, de zogenaamde caldera's .
Voorbeeld van een caldera
Een caldera is een grote komvormige krater, gevormd door een vulkanische uitbarsting.
Er blijft een bekken van soms enige kilometers doorsnede over. Daarin kunnen zich weer andere vulkanen vormen of er ontstaat een kratermeer. Bovenstaande foto toont de Tengercaldera in Indonesië. In deze caldera zijn inmiddels een viertal nieuwe vulkanen ontstaan. Links de rokende Bromo (2392 m), een door toeristen veel bezochte vulkaan. Achteraan de rokende Semeru (3676 m).
Er zijn wereldwijd ten minste 1500 vulkanen. Zo'n 900 komen voor op de bodem van de oceanen, zo'n 600 op het land. Gemiddeld komen er 60 vulkaanuitbarstingen per jaar voor. We zagen dat de gevolgen van de uitbarstingen soms groot zijn, maar op de langere duur hebben ze ook positieve gevolgen. Zo wordt bij een uitbarsting een laagje vruchtbare vulkanische as en lava afgezet. Vandaar dat vulkaanhellingen erg geschikt zijn voor akkerbouw en dat er veel mensen wonen in de naaste omgeving.
Wil je als websitebezoeker de vorenstaande informatie over vulkanen graag nog een keer in beeldvorm zien? Bekijk dan de presentatie "Vulkanen".
.