We zagen reeds dat temperatuur en druk bepalend zijn voor de samenstelling van het vloeibare magma en het ontstaan van mineralen en gesteenten. Door afkoeling van het magma vindt scheiding en uitkristallisering van mineralen plaats.

Bij daling van de temperatuur van het magma van 1200 °C tot 600 °C ontstaan mineralen die nog door het magma naar beneden zakken (zoals chromiet en ilmeniet). Bij verdere afkoeling tot 500 °C ontstaan mineralen die samenklonteren tot grofkorrelige gesteenten, de dieptegesteenten (zoals pegmatiet en graniet met vooral veldspaten, mica en kwarts). Bij afkoeling tot 400 °C dringt het magma in spleten en kloven in het aardmassief en vormt daar de ganggesteenten (zoals granodioriet met vooral de mineralen pyriet en fluoriet). Bij nog verdere afkoeling ontstaan ganggesteenten met metaalverrijkingen (zoals diabaas met goud, koperkies en magnetiet). Bereikt het magma het aardoppervlak (onder meer bij vulkaanuitbarstingen), dan ontstaan door de zeer snelle afkoeling uitvloeiingsgesteenten (zoals basalt met hematiet en zwavel).

Alternatieve benamingen zijn respectievelijk  plutonieten, microplutonieten en vulkanieten. Stollingsgesteenten worden ook wel magmatische gesteenten genoemd. Zie figuur "Stollingsgesteenten".

In onderstaande figuur links is aangegeven waar het magma ontstaat (in de asthenosfeer, onder), waar de stolling van het magma tot gesteenten plaats vindt (in de aardkorst, midden) en waar de lava stolt (aan het aardoppervlak, in de atmosfeer).

 0 Magma en Vulkanen 1

De rechtsgelegen figuur geeft de ligging van de stollingsgesteenten aan: 

- Dieptegesteenten (onder)

- Ganggesteenten (miden)

- Uitvloeiingsgesteenten (boven).

1 Stollingsgesteente 7.jpg

 

 

 

 

 

 

 

 

1 Stollingsgesteenten Diagram 

De stollingsgesteenten variëren van lichtgekleurd tot donkergekleurd. Dat heeft te maken met het percentage SiO2 in het gesteente. De vorige figuur gaf dat ook al aan. In deze figuur is dat tevens zichtbaar door het aangeven van de aanwezige mineralen. De licht gekleurde mineralen (met een hoog SiO2-gehalte) vormen andere gesteenten dan de donkere mafische mineralen (met een laag SiO2-gehalte).

 

 

 

In onderstaande tabel geef ik een overzicht van de belangrijkste stollingsgesteenten naar categorie (diepte ontstaan), korreligheid (van grof naar fijn) en SiO2-gehalte (kleur van licht naar donker).

1 Stollingsgesteenten Indeling Diepte 

De afzonderlijke gesteenten in deze categorie komen aan de orde in de paragraaf over de gesteenten in mijn collectie.

Voor de plaats van de stollingsgesteenten in het geheel van de indeling, zie (nogmaals) document "Classificatie Collectie Gesteenten".