God de Zoon is onze Heer Jezus Christus. Hij is de door God na de zondeval beloofde Verlosser. Hij neemt de menselijke natuur aan om de straf te dragen die wij bij de zondeval verdienden. Hij is God en Mens tegelijk, wordt geboren uit de maagd Maria, brengt aan het volk Israël de blijde boodschap van de verlossing door zijn lijden op aarde, zijn sterven aan het kruis en zijn opstanding uit de dood. Is opgenomen in de hemel, waar Hij nu zit aan de rechterhand van God de Vader en plaats bereidt voor zijn volgelingen. Hij pleit bij de Vader voor hen op grond van zijn offer (zijn lijden en sterven op aarde).
Wij kennen God de Zoon vanuit de Bijbel en het bijbelonderwijs onder de volgende veelzeggende namen:
- Jezus. De naam Jezus is via het Grieks afgeleid van het Hebreeuws voor Jozua. Jezus was een van de meest voorkomende Joodse namen in Palestina rond het begin van de jaartelling. De betekenis is 'JHWH is redding'. JHWH komt van de Hebreeuwse lettercombinatie in de Hebreeuwse Bijbel voor de naam van God. God zelf zegt tegen Maria dat ze haar zoon Jezus moet noemen, "want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden". Jezus wordt ook genoemd "Jezus van Nazareth" of "Jezus de Nazarener". Als Redder en Verlosser wordt Jezus ook Heiland genoemd.
- Christus of Messias. Deze naam betekent "Gezalfde". Christus is de Latijnse naam voor Messias. De naam is afgeleid van het Hebreeuwse woord voor zalving dat verwijst naar inwijding met zalfolie tot profeet, hogepriester of koning. Christus is onze hoogste Profeet, Priester en Koning.
- Immanuel. Deze naam betekent "God met ons" . In de Bijbel wordt deze naam gebruikt als voorspelling van de komst van de Messias.
- Lam van God. Met deze naam wordt Jezus aangeduid vanwege zijn opoffering om onze zonden bij God te verzoenen. De profeet Johannes zegt: " Daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt". In het Bijbelboek Openbaring treedt Jezus op in de gedaante van een geslacht lam. Het bekende Agnus Dei is de Latijnse naam voor het Lam van God. In de kunst is het Agnus Dei de figuur van een lam dat een kruis draagt, het symbool voor Jezus als Lam van God.
- Zoon van de Allerhoogste. Jezus wordt bij zijn doop door God zijn geliefde Zoon genoemd. Door God die zelf de Allerhoogste is. Jezus is Gods enige Zoon. Zijn kostbaarste bezit heeft God over om voor onze zonden te betalen.
- Mensenzoon. Jezus heeft naast zijn Goddelijke natuur de menselijke natuur aangenomen. Hij is geboren uit de maagd Maria en heeft als mens onder ons gewoond. In Jezus zijn dus beide naturen verenigd. Jezus is echt God en echt Mens. Jezus moest zelf ook Mens zijn om voor de zonden van de mensen te betalen.
- Telg van Isaï. Isaï is een zoon van Obed, dus een kleinzoon van Boaz en Ruth, uit de stam van Juda. Zijn jongste zoon is de toekomstige koning David. Jezus stamt af van David. Jesaja heeft dit voorspeld: "Uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei". Dit is opgenomen in de stamboom van Jezus.
- Leeuw van Juda. In het Bijbelboek Openbaring staat beschreven hoe alleen Jezus de verzegelde boekrol kan openen: "Want de leeuw uit de stam van Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen om hem in te zien".
- Koning van de Joden. Reeds bij zijn geboorte wordt Jezus koning genoemd. Door de wijzen uit het Oosten: "Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem eer te bewijzen". Later noemt ook Pilatus Hem koning van de Joden. Jezus geeft hem te kennen dat Hij zeker Koning is, niet van een aards rijk, maar van Gods Rijk.
- Hoeksteen. De Bijbel zegt over Jezus: "De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden, wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit ". Velen verwerpen Jezus, maar God maakt Hem tot Hoeksteen, de belangrijkste steen van het Gebouw van God.
- Alfa en Omega. De eerste en laatste letter van het Griekse alfabet symboliseren Gods Almacht. Jezus zegt: "Ik ben de Alfa en de Omega, Ik ben het Die is, Die was en Die komt, de Almachtige". Onze God is het begin en het einde.
- Hogepriester. Als Hogepriester heeft Jezus het Offer gebracht voor onze zonden. Hij is nu met het bloed van zijn Offer in het hemels heiligdom: "Wij hebben een hooggeplaatste Hogepriester die de hemel is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God". "Hij kan met onze zwakheden meevoelen, omdat Hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld". Jezus bereidt nu plaats voor zijn volgelingen.
- Pleitbezorger. In de hemel pleit Jezus voor ons bij de Vader. Hij is onze Advocaat. God spreekt ons vrij op grond van het Offer van Jezus. Er is verzoening voor ieder die deze Pleitbezorger aanvaardt.
- Ware Wijnstok. Jezus vergelijkt zichzelf met een wijnstok. Zijn volgelingen zijn de ranken aan die Wijnstok. Iedere rank die geen vrucht draagt snoeit Hij weg. Iedere rank die wel vrucht draagt, snoeit Hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. Jezus roept ons op dicht bij Hem te blijven. Dat hebben we nodig om te leven, te groeien en om vrucht te dragen. Aan Jezus verbonden leer je steeds meer over God en over hoe je met Hem kunt leven.
- Brood dat leven geeft. Jezus noemt zich het Brood dat Leven geeft. Ieder die in Hem gelooft, zal geen honger en dorst meer hebben. "Dit wil mijn Vader: dat iedereen die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en dat ik hen op de laatste dag uit de dood zal opwekken".
- Bron van levend Water. Jezus geeft aan dat Hij levend water geeft, zodat er nooit meer dorst zal zijn. Het zal in wie in Hem gelooft een bron van eeuwig leven zijn.
- Licht van de wereld. Jezus zegt: "Ik ben het Licht voor de wereld. Wie Mij volgt, loopt nooit meer in duisternis, maar heeft licht dat leven geeft". Jezus heeft door zijn lijden en sterven de zonde (de duisternis) overwonnen en is weer opgestaan (weer in het licht gekomen). Wie Jezus volgt, leeft niet meer in de duisternis (de macht van het kwaad en van de zonde) omdat je bij Jezus in het Licht bent.
- Goede Herder. Jezus is de goede Herder. Hij kent zijn schapen (zijn volgelingen) en zij kennen Hem. Als een herder zorgt Jezus voor zijn schapen. Hij wil dat het goed gaat met hen en heeft alles over voor hen, zelfs zijn leven.
- De Weg, de Waarheid en het Leven. Deze namen geeft Jezus zichzelf. Niemand komt tot de Vader, dan door Hem. Je gaat met Jezus op reis door het leven, betrekt Hem bij alles wat je doet, leert steeds meer over God en ontdekt zo de waarheid. Je bereikt via deze weg het einddoel, het eeuwige leven op de nieuwe hemel en aarde.
- Wonderbare Raadsman, Goddelijke Held, Eeuwige Vader, Vredevorst. De profeet Jesaja voorspelt dat Jezus deze namen zal dragen. De heerschappij zal rusten op de schouders van Jezus. Hij is onze Pleitbezorger, Hij kent ons en komt voor ons op. Deze Held heeft voor ons de strijd gestreden, in Hem zijn ook wij overwinnaars. Jezus brengt ons terug bij de Vader, wij mogen Gods kinderen zijn. Jezus brengt vrede, shalom, het is weer goed tussen God en ons. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen.
- Opstanding en het Leven. Bij de opwekking van Lazarus zegt Jezus: "Ik ben de Opstanding en het Leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven". Ons lichaam sterft weliswaar, maar geestelijk gezien sterven wij niet. Wie in Jezus gelooft, krijgt een nieuw leven dat nooit meer ophoudt. Je zult altijd bij God zijn.
- Grondlegger en Voltooier van ons geloof. Ook deze naam verwijst naar het begin en het einde. Jezus staat aan het begin van ons geloof, doet het groeien en maakt het ook af. Wie zijn blik op Jezus houdt, mag weten dat Hij zijn werk in ons voortzet en zal voltooien. Daar kan geen zonde of duivel meer tussen komen. Het werk is volbracht, de weg is vrij. Leef verantwoord in die vrijheid, in die verlossing.
- Bruidegom. Het beeld van een huwelijksband gebruikt Jezus om de nauwe verbondenheid tussen Hem en zijn volgelingen aan te geven. Hij noemt zich Bruidegom. Zijn volgelingen vormen de Bruid. Beide partijen verbinden zich in liefde voor het leven en willen bij alles gezamenlijk optrekken.
Jezus Christus, de Zoon van God, is waarachtig en eeuwig God, één van de drie Personen van de drie-enige God. Deze belijdenis is ook het fundament van de kerk, waarvan Christus het Hoofd is, en de grond van onze verlossing, van ons behoud.